Where do all the good people go?
JACK JOHNSON - GOOD PEOPLE
TEKST: MONIEK DE JONGH
Where do all the good people go?
The war on talent is losgebarsten. Een krimpende beroepsbevolking zal in de komende jaren het werk moeten verzetten. De strijd om kundig en gemotiveerd personeel verhardt zich, ook in de horeca. Sectoren waar grote tekorten ontstaan - zoals onderwijs en zorg - azen op onze talenten. De instroom van leerlingen vanuit onze horecaopleidingen is in principe groot genoeg om aan onze eigen branchevraag te voldoen, maar toch verzuchten ondernemers dat ze maar moeilijk aan goede mensen komen. Hoe komt dat? We geven een overzicht van de feiten en cijfers.
In- door- en uitstroom
Banen genoeg
Personeelsbehoud wordt cruciaal
Werken in de horeca, waarom zou je?
Geschikt/ongeschikt
EEN KWART
In 2010 behaalden ongeveer 7.600 leerlingen hun mbo-diploma horeca. Daarvan ging 54% direct de arbeidsmarkt op, 35% stroomde door naar een andere mbo-opleiding en 11% koos voor een vervolgopleiding in het hoger onderwijs. Bijna de helft van alle gediplomeerden gaat dus eerst verder leren.
Om te achterhalen welk deel van de schoolverlaters in de branche blijft, is onderzoek gedaan onder gediplomeerden uit de schooljaren 2006 tot en met 2009. Van de afstudeerders die meteen instromen op de arbeidsmarkt kiest ruim driekwart voor de horeca. Een kwart kiest voor een baan in een andere branche. Voor degenen die voor een baan buiten de horeca gaan, spelen vooral de werkdruk en werktijden een belangrijke rol. Daarnaast geldt dat een deel van hen eerder een ‘niet-horecabaan’ vonden en daarom de branche uit zijn gegaan. Sectoren die dan winnen zijn de facilitaire sector en de detailhandel. Van de hogere hotelscholen zijn geen harde cijfers voorhanden. Ook daar is sprake van een beperkte uitstroom naar andere sectoren zoals commerciële dienstverlening en de financiële sector.
Bronnen: Kenwerk & Arbeidsmarktanalyse 2011, Bedrijfschap Horeca
ARBEIDSMARKT PERSPECTIEVEN
In totaal waren op 1 april 2010 ruim 333.000 personen werkzaam in de horeca. Dat zijn niet alleen werknemers, maar ook ondernemers, hun meewerkende gezinsleden en uitzendkrachten. De horeca is een bedrijfstak met veel parttimers en flexibele contracten. Slechts één op de vijf werknemers heeft een fulltime contract. In 2010 waren er ruim 54.000 vacatures in de horeca. De vacaturegraad is met ruim 18% hoog in vergelijking met andere branches. Het aantal vacatures steeg tussen 2003 en 2010 gemiddeld met 4% per jaar. Veruit het merendeel van de vacatures of ‘baanopeningen’ ontstaan ter vervanging van vertrekkende medewerkers. Het aantal arbeidsplaatsen neemt licht af.
Ondanks de economische onzekere tijden, zijn de stage- en arbeidsmarktperspectieven in de horeca nog altijd goed. Er is zelfs een kwantitatief tekort aan (zelfstandig werkende) koks en kwalitatief tekort aan gastheren/-vrouwen. Op mbo-niveau 4 zijn de arbeidsmarktperspectieven gemiddeld genomen voldoende tot ruim voldoende. Gediplomeerden kunnen makkelijk een baan vinden in de sector, maar meestal niet direct op leidinggevend of managementniveau.
bron: kenwerk
VOORKOMEN IS BETER DAN GENEZEN
Hoewel een behoorlijk deel van de gediplomeerden in de branche terechtkomt, heeft maar 29% van de werknemers in de horeca een horecaopleiding afgerond. Veel banen in de horeca zijn bijbanen, die worden vervuld door mensen zonder startkwalificatie. Studenten en goedkope onopgeleide bijbaners zijn op korte termijn voordelig, maar het is de vraag of op lange termijn het investeren in vakpersoneel niet meer loont. Het kwart van de mbo-gediplomeerden dat nu in andere sectoren gaat werken, zouden we liever voor onze eigen sector behouden.
De vraag naar personeel in de horeca wordt vooral bepaald door de vervangingsvraag. De uitstroom is vrij groot vergeleken bij andere branches. De focus binnen horecabedrijven zal zich meer richten op het behouden van werknemers. Met name bij de groep beroepsopgeleide werknemers in de horeca is aandacht voor behoud van groot belang. Vervanging van deze krachten geeft vaak een zware druk op de organisatie qua continuïteit en kwaliteit. Er zijn naast organisatorische ook financiële motieven voor behoud. Internationaal onderzoek heeft aangetoond dat de kosten van vervanging kunnen oplopen tot zo’n 70% van het jaarsalaris. Denk aan kosten van werving en selectie, kosten van training en inwerken, verloren inzet etc. Met een gemiddeld verloop van 25% in de horeca is daar een behoorlijke besparing mogelijk. Wat dat betreft is voorkomen van uitstroom beter dan het zorgen voor snelle vervanging.
IMAGOBUILDING
Belangrijkste redenen voor de hoge uitstroom zijn de inhoud van het werk, de werkdruk en de werktijden. Veel werknemers onderschatten op voorhand het werken in de horeca. Op hun beurt geven veel ondernemers aan het werk in de horeca veeleisender te vinden dan ze hadden gedacht. Ook in relatie tot de omgang met personeel.
Een merkwaardige eigenschap van de horeca is dat daar waar de gast met de bedrijfstak in contact komt, hij of zij vaak wordt geconfronteerd wordt met een bijbanende werkstudent. Daardoor hangt om de horeca het beeld van een bijbanenbedrijfstak. Gasten zullen, als zij zelf op zoek zijn naar een baan, niet snel naar de horeca denken. Evenmin zal de gast als ouder zijn of haar kind adviseren om voor een opleiding of carrière in de horeca te kiezen. De branche kampt dus met een imagoprobleem. Imagocampagnes ‘oude stijl’ die vooral gericht zijn op het verbeteren van de beeldvorming verliezen hun effect. De kracht moet van binnenuit komen. De branche moet zich daadwerkelijk ‘aantrekkelijker’ maken om op lange termijn voldoende bekwaam personeel aan te trekken.
bronnen: kenwerk, sectorale arbeidsmarktinformatie
ONE SIZE DOESN’T FIT ALL
Volgens veel ondernemers hebben nogal wat ‘jongelui’ niet de juiste instelling om in de horeca te werken. De leerlingen die van de vakopleidingen komen, hebben lang niet allemaal de drive die nodig is om in de harde horecawereld te overleven. Er is onvrede over de basis warenkennis, maar vooral over de attitude en motivatie. Toch is het voor de horeca – van oudsher een sector met een relatief jong personeelsbestand – essentieel om aansluiting te vinden bij de jongeren die de komende jaren de markt opstromen.
We schreven in Food Inspiration Magazine eerder al over de werknemer van de toekomst. Generatie Z steekt wezenlijk anders in elkaar, dan de huidige generatie leidinggevenden. In de sterk hiërarchisch georganiseerde horecabranche zal dat tot een clash leiden.
Generatie Z zal het sociale karakter van werken in de horeca blijven waarderen, maar bij het uitblijven van uitdagingen, perspectief en prikkels zal het lastig zijn om talent voor langere tijd vast te houden.
Bron: arbeidsmarktanalyse 2011 Bedrijfschap Horeca en Catering
Generatie Z zal het sociale karakter van werken in de horeca blijven waarderen, maar bij het uitblijven van uitdagingen, perspectief en prikkels zal het lastig zijn om talent voor langere tijd vast te houden.
Bron: arbeidsmarktanalyse 2011 Bedrijfschap Horeca en Catering
<< 1/6
2/6
3/6
4/6
5/6
6/6 >>
7/7 >>
http://foodinspiration49.shootmyfood.net/#/4/decisionmakers-1
http://foodinspiration46.shootmyfood.net/#/6/Generatie-Z-aan-zet